In deze column bespreek ik vier mensen met u. Allen hadden zij dezelfde klachten. Ze hebben verschillende beroepen. De een is schilder, de ander bankwerker, er is een coupeuse en een zelfstandig ondernemer: een slager. Allen hadden zij last van uitstralende pijn, tintelingen en gevoelsstoornis in de handpalm, in de duim, in de wijs- en in de middelvinger en gedeeltelijk in de ringvinger. Deze pijn werd in de nacht erger. Een vuist maken lukte nauwelijks en het strekken van de duim ging moeilijk. De neuroloog stelde bij spier-zenuwonderzoek een vertraagde geleiding vast. Bij allen werd de diagnose “carpaaltunnelsyndroom” gesteld.
Het handwortelkanaal vormt aan de binnenkant van de hand de overgang tussen de onderarm en de hand. De handwortelbeentjes vormen daarbij als het ware een halfopen gootje of tunneltje. De zenuwen lopen daar doorheen. En ook de pezen van de spieren die de hand laten buigen. Als zo'n tunneltje in een handwortelbeentje vernauwd raakt, kan de zenuw beklemd raken. Die beklemming noemen we het carpaaltunnelsyndroom.
Hoe kan zo'n zenuwbeklemming nu ontstaan?
- Door mechanische irritatie van de zenuw, bijvoorbeeld door druk van buitenaf. Die druk kan veroorzaakt worden door veranderingen van de botjes. Die verandering kan bijvoorbeeld komen door een fractuur of een verkeerde zetting daarvan. Of door een verzwikking van een handwortelbeentje of door een peesontsteking of door een tumor.
- Door verhoogde gevoeligheid voor druk door diabetes of door eiwitafzetting in weefsels of door hormonale veranderingen.
Waar kan een patiënt met carpaaltunnelsyndroom last van hebben? Welke symptomen kenmerken deze zenuwbeknelling?
- Gevoelsstoringen zoals jeuk en pijn aan: de duim, de wijs- en de middelvinger en aan de duimkant van de ringvinger.
- Later ook pijn in rust en pijn die naar de schouder kan trekken.
- Verder krachteloosheid van de vingers en afname van de duimbal.
Een van de patiënten wilde geopereerd worden. Een operatie waarbij de druk op de zenuw werd opgeheven door klieven van de een bindweefselbandjes die over deze zenuw loopt.
Een patiënt werd door mij weer verwezen naar de huisarts daar zij de klacht daar niet had gemeld. Natuurlijk is de patiënt vrij in de keuze van de behandeling. De huisarts adviseerde een nachtspalk. Het effect is tot nu toe redelijk. De andere patiënten wilden niet geopereerd worden nadat alle behandelingsmogelijkheden geen effect had. Zij kozen voor acupunctuur.
Wat kan acupunctuur voor deze patiënten betekenen?
Klassieke acupunctuur gecombineerd met laseracupunctuur is bij het carpaaltunnelsyndroom heel effectief. In het beginstadium is deze combinatietherapie meestal afdoende. In latere stadia is het meestal een aanvullende maatregel.
Bovendien kan laseracupunctuur bij de pijn en bij de wondbehandeling na de operatieve ingreep ingezet worden. Deze behandeling werkt ontstekingsremmend en vermindert oedeemvorming(vochtophoping). Acupunctuur activeert de stofwisseling van de zenuwen en die van de spieren, de microcirculatie verbetert op die manier.