“Een andere psychiatrie?! – aanvullende en alternatieve benaderingen” was het thema van de Nationale Breingeindag op 31 maart. Het cliëntenbelangenbureau van de GGZ Eindhoven organiseerde deze dag op de Grote Beek in Eindhoven. Het was de aftrap van de Week van de Psychiatrie 2008.
Steeds vaker willen mensen met psychische klachten aanvullende of alternatieve behandelingen. Vaak plannen zij dit gedurende of na hun reguliere behandeling. Zoals acupunctuur, lichtenergie, omega-3 en EMDR (neuro-emotionele integratie door oogbewegingen).
Studenten van de Universiteit van Utrecht onderzochten daarom vragen als: Wat is de meerwaarde van aanvullende of alternatieve behandelingen voor mensen met een psychisch probleem? Wat zijn de ervaringen van deze mensen met aanvullende of alternatieve behandelingen? En: is er sprake van een alternatief of van een aanvulling op de bestaande, reguliere manier van werken? Op 31 maart presenteerden zij de (voorlopige) resultaten van dit onderzoek tijdens de Nationale Breingeindag.
Om deze vragen te kunnen beantwoorden, interviewden de studenten veertig mensen. De geïnterviewden waren 21 jaar en ouder en hun gemiddelde leeftijd was 45 jaar. Deze mensen ondervonden psychische problemen. Daarnaast hadden zij tussen 2002 en nu gebruik gemaakt van zowel een alternatieve als van een reguliere behandeling.
Zestig procent van de geïnterviewden is vrouw en veertig procent man. Allemaal hebben ze een of meer psychische problemen. Van de 40 ondervraagden hebben 27 mensen last van een depressie. Van die 27 depressieve mensen waren er negen die aan manische depressie lijden. Zeven van de 40 mensen lijden aan schizofrenie en vijf mensen hebben borderline klachten. Daarnaast zijn er mensen met onder andere verwerkingsproblematiek, Attention-Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD), Asperger, eetstoornis, angst- en paniekaanvallen, burn-out en overspannenheid.
Dertig van de veertig geïnterviewden (75%) ervaren de reguliere behandelingen over het algemeen als een vaste basis. Zij vinden het bijvoorbeeld belangrijk om hun medicatie te blijven nemen. Van daaruit zoeken zij verder naar aanvullende alternatieve methoden om de behandeling “compleet” te maken. Zij proberen een optimaal behandelprogramma te creëren door het combineren van reguliere en alternatieve behandelingen. Van de alternatieve zorg vinden de meeste mensen het prettig dat deze voor meer aandacht heeft dan voor hun kwaal alleen. Aandacht voor hun lichaam, geest en ziel.
Acht geïnterviewden (20%) hebben de reguliere behandeling vervangen door een alternatieve behandeling. Slechts twee mensen zijn bewust gestopt met hun alternatieve behandelingen en hebben ervoor gekozen alleen nog in de reguliere sector hulp te zoeken.
Tot slot blijkt dat twaalf mensen het onderscheid tussen alternatieve en reguliere behandelingen ongewenst vinden. Zij pleiten voor een open houding van zowel alternatieve als reguliere behandelaars. Ten opzichte van elkaar en ten opzichte van elkaars behandelwijzen.
Ik was heel blij met deze laatste uitkomst: de open houding die de mensen graag van hun behandelaars zouden zien. Ik vind de verkettering die soms over en weer plaats vindt, heel jammer. Vooral voor de patiënt, die vaak veel kan hebben aan een goede afstemming van reguliere en aanvullende of alternatieve zorg.
Het mooie van acupunctuur is, dat een patiënt niet hoeft te stoppen met de reguliere medicijnen of (gespreks-)therapie, als hij of zij aan acupunctuur begint. Integendeel. Wel gaat een patiënt in de loop van een aantal acupunctuurbehandelingen meestal steeds minder medicijnen gebruiken. Omdat deze vaak steeds minder tot helemaal niet meer nodig zijn. Dit mag echter alleen gebeuren wanneer dat medisch verantwoord is, wanneer de patiënt geen enkel risico loopt en er baat bij heeft.
Vandaar dat in bepaalde situaties overleg met de behandelende huisarts of specialist heel waardevol kan zijn. Helaas komt het nog te veel voor dat patiënten niet willen dat ik contact opneem met hun huisarts of specialist. Omdat ze, jammer genoeg vaak terecht, bang zijn voor de reactie. Gelukkig verandert dat de laatste jaren meer en meer. Want er zijn steeds meer collega’s die open staan voor aanvullende en alternatieve zorg.