Het gerenommeerde wetenschappelijke instituut Cochrane publiceerde afgelopen augustus dat acupunctuur: 'goede effecten kan hebben op de afhankelijkheid en op de neurologische problemen van mensen met een beroerte.'
Wat is een beroerte?
In Nederland krijgen ieder jaar meer dan 45.000 mensen een beroerte. Als je een beroerte krijgt, dan gaat er iets heel erg fout met de doorstroming van het bloed in of naar je hersenen. Een ander woord voor beroerte is CVA: Cerebro (hersenen) Vasculair (aderen) Accident (ongeluk).
Een beroerte verdelen we onder in een herseninfarct en een hersenbloeding. Bij een herseninfarct wordt de bloeddoorstroming in of naar je hersenen gestremd door bijvoorbeeld een propje bloed. Bij een hersenbloeding ontstaat een lek in een bloedvat in of naar je hersenen.
De eerste tekenen van een beroerte zijn:
scheeftrekken van het gezicht;
een verlamd of verzwakt been of arm;
niet begrijpen wat anderen zeggen;
onduidelijk praten;
niets zien met één oog;
plotselinge zware hoofdpijn;
duizeligheid en vallen.
TIA
Bij een TIA is er sprake van een kortdurende afsluiting van een ader in of naar de hersenen en dus van uitval van lichaamsfuncties. Wel kan een TIA kan een voorbode zijn van een herseninfarct. De verschijnselen zijn meestal binnen een uur, maar zeker binnen 24 uur verdwenen.
China
Als je in China een beroerte krijgt, komt er in de dagen en weken erna dagelijks een arts-acupuncturist aan je bed in het ziekenhuis. Deze behandelt je dan intensief met acupunctuur. In China blijken er veel minder mensen te zijn met restverschijnselen na een beroerte. Het mooie van acupunctuur is, dat het altijd ook naast westerse medicatie gegeven kan worden: dat gebeurt dus in China.
Mijn ervaring
Het is jammer dat we in Nederland nog niet zo ver zijn met de integratie van acupunctuur in ziekenhuizen en revalidatiecentra. Mijn eigen ervaring is acupunctuur nog aanzienlijk kan bijdragen aan verder herstel. Vaak komen mensen in de revalidatiefase, ook vanuit revalidatiecentra, naar me toe voor acupunctuurbehandelingen. Dikwijls zien we dan forse verbeteringen. Maar ook in de fase na de revalidatie, de chronische fase waar verder herstel niet meer mogelijk zou zijn, zie ik toch vaak mooie vooruitgang ontstaan: in motoriek, spraak en denken.