Deze zomer zijn mijn vrouw en ik met vakantie naar de VS geweest. Wij konden onze ogen bijna niet geloven, zoveel dikke, en vooral veel te dikke mensen als we er zagen. Ik keek vooral met het oog op de gezondheidstoestand van de mensen. Mijn vrouw voelde zich er een “slanke den”. Nu kampt zij haar hele leven al met overgewicht. En hoewel ze de laatste tijd 15 kg. is afgevallen met behulp van acupunctuur, moet ze om een echt gezond gewicht te bereiken van zichzelf nog eens 15 kg. verliezen.
We gaan in Nederland helaas de Amerikaanse kant op als het gaat om gewicht. Meer dan vier van de tien Nederlanders zijn te zwaar. Een van hen lijdt aan obesitas. Dat is ernstig, gezondheidsbedreigend overgewicht. Van de volwassen Amerikanen heeft een op de drie obesitas en bijna de helft van de volwassen Amerikanen heeft overgewicht.
Hans de Goeij is directeur-generaal van het ministerie van Volksgezondheid. Hij verklaarde afgelopen juli in NRC Handelsblad dat de obesitas-epidemie het karakter heeft van een sluipmoordenaar en het effect van een kernramp. “Bijna de helft van de Nederlanders is nu te zwaar en als dat zo doorgaat, komt er voor het eerst een generatie die zijn eigen kinderen overleeft”.
Overgewicht maakt immers ziek en als je niet uitkijkt, kan het een vroegtijdige dood tot gevolg hebben. Ieder jaar krijgen in Nederland 40.000 te zware kinderen en volwassenen suikerziekte, hart-en vaatziekten en ook kanker. Bijvoorbeeld in de dikke darm.
De kosten op jaarbasis worden geschat op een half miljard euro aan medicijnen, verpleegdagen, behandelingen van dokters en andere behandelaars. Daarbij komen de maatschappelijke kosten van rond de drie miljard euro aan zaken als ziekteverzuim, productieverlies en uitkeringslasten.
Twee jaar geleden ging de regering in de tegenaanval. Er werd een nota opgesteld: “Langer gezond leven”. Hierin staat dat Nederlanders niet langer mogen uitdijen en dat bij kinderen de trend moet gaan dalen. Maar. niemand weet goed hoe dat te bewerkstelligen.
Gerenommeerde wetenschappers zeggen dan ook dat het bestrijden van overgewicht net zo ingewikkeld is als bijvoorbeeld het bestrijden van milieuverontreiniging. Als iemand met overgewicht iets ertegen wil doen, moet hij meer bewegen, gezonder eten en zich door zijn omgeving niet laten verleiden.
Want… die omgeving maakt ons dik, zegt epidemioloog-voedingsdeskundige professor Seidell van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Wij stappen in de lift, onze grootouders namen de trap. Wij pakken de auto, zij namen de fiets. Van onze kinderen kijkt 20 % meer dan 2 uur per dag tv, onze grootouders hadden die niet. Wij laten ons verleiden door reclames, die zagen zij niet.
We hebben een verstoorde energiebalans. Opmerkelijk genoeg eten we anno 2005 minder dan onze grootouders. Maar deze verbruikten veel meer energie dan wij. Als iemand op dezelfde energiebalans wil uitkomen als zijn grootouders, mag hij nog niet de helft innemen van de aanbevolen hoeveelheid calorieën: 2.000 voor vrouwen, 2.500 voor mannen. En dat is een hele opgave.
Ons lichaam vindt vet namelijk erg fijn en handig. Wij, mensen zijn eigenlijk heel geschikt voor een leven op de Afrikaanse savannen. Wij zijn een gigantische drift blijven houden om in te nemen en op te slaan als reserve voor een eventuele hongersnood. Wij zijn bijzonder ongeschikt voor het moderne stadsleven met veel overvloed, geen hongersnoden en geen of weinig beweging. Daarom probeert mijn vrouw, naar haar zeggen, ook altijd zo dicht mogelijk bij de ingang van de fitness te parkeren: “Oefff, gelukkig, weer geen calorieën verbruikt!!”
Verder is bij eten, stoppen met eten geen oplossing. Dat is anders dan bij roken, drinken of drugsgebruik. En anders dan bij de pest, de pokken of cholera ligt de oplossing niet in schoner drinkwater, in een beter rioolstelsel of in een nieuw vaccin. Volgens directeur-generaal De Goeij moeten we met zijn allen op zoek naar nieuw hygiënisch gedrag. En: “ wie het weet mag het zeggen”.
De vraag dringt zich dus op of je tegen overgewicht wel wat kunt ondernemen. Volgens professor Seidell moeten overheden, bedrijven en verzekeraars uitdagen en verleiden tot gezonder gedrag. Maar wie moeten ze dan verleiden en hoe dan? Welnu, volgens hem moeten vaders, moeders, onderwijzers en werknemers verleid worden om meer te gaan bewegen en gezonder te gaan eten. Door veilige speelplekken, fietspaden, gezond en goedkoop voedsel en duurder autogebruik.
Professor Kemper, bewegingswetenschapper, zegt dat tienduizend voetstappen per dag helpen. Dat is elke dag een half uurtje matig intensief bewegen. Volgens hem is het de vraag hoe je spelen en bewegen zo kunt organiseren dat het sociaal, economisch en cultureel een ingesleten gewoonte wordt om niet meer stil te zitten.
Minister Hoogervorst van Volksgezondheid vindt echter overgewicht in de eerste plaats iemands eigen verantwoordelijkheid. Hij noemt het een rationele keuze. En hij vindt dat mensen net zo zuinig moeten worden op hun lichaam als op hun auto.
Zelf denk ik dat we niet kunnen wachten tot beleidsmakers uitgedacht en uitvergaderd zijn, wetenschappers verdere oplossingen uitgevonden hebben, organisaties aangepast zijn en onze maatschappij veranderd is. We kunnen niet wachten tot gezond eten en meer bewegen, normale en gemakkelijke onderdelen van ons leven zijn geworden. Afwachten is te gevaarlijk.
Door acupunctuur wordt het hongergevoel geremd. Ik adviseer mijn patiënten naast acupunctuur altijd ook een aan hun mogelijkheden aangepast bewegingsprogramma. De combinatie minder voedselopname, zoals koolhydraten en verzadigde vetten, en meer bewegen, is de beste die ik ken.