Meneer Waals was 41 toen hij een jaar geleden voor het eerst op mijn spreekuur kwam. Hij was altijd gezond geweest. Totdat drie jaar eerder zijn linkeronderbeen geamputeerd werd. Een medische misser was daar de oorzaak van. Meneer Waals had bij het voetballen een breuk in zijn enkel opgelopen. Daarom moest hij geopereerd worden. De operatie leek goed gelukt en, zoals te doen gebruikelijk is, moest zijn enkel in het gips. Al direct toen hij uit de narcose kwam, merkte meneer Waals dat er iets mis was. Zijn enkel deed verschrikkelijk veel pijn. Pas na twee dagen werd zijn geklaag serieus genomen, namelijk toen zijn tenen blauw tot zwart begonnen te kleuren. Zijn onderbeen was begonnen af te sterven, een proces dat onomkeerbaar bleek. De dokters in het ziekenhuis hebben nog van alles geprobeerd om het been te redden maar helaas, niets hielp. Het onderbeen moest worden geamputeerd.
Zijn gezin probeerde hem goed op te vangen terwijl ze het er zelf natuurlijk ook heel moeilijk mee hadden. Meneer Waals is namelijk vader van 2 zonen. Bij de een was hij trainer van het voetbalelftal en met de andere speelde hij tenniscompetitie. Verder probeerde zijn vrouw op een positieve manier de verschillende aanpassingen in huis te regelen. Er kwam een traplift en een aangepast bad.
Onnodig een onderbeen verliezen op zich is natuurlijk al een drama. Maar de ellende werd nog groter toen bleek dat door de amputatie de pijn niet minder werd, maar juist meer. “ Vlak na de amputatie had ik nog nergens last van. Het voelde wel alsof mijn been niet weg was, maar voortdurend sliep. Dat was niet prettig, maar zeker niet pijnlijk. Maar na een paar weken begon ik last te krijgen van vreselijke pijnen aan mijn verdwenen been. Net alsof er met scherpe messen in gestoken werd. Het was dan net alsof het been nogmaals geamputeerd werd, maar dan zonder narcose” . Deze pijn kwam enkele malen per dag opzetten, op de meest onverwachte momenten. De pijn was volstrekt ongrijpbaar, het zieke been was immers weg? Wanhopig consulteerde meneer Waals zijn huisarts. Zij stelde vast dat meneer Waals last had van fantoompijn.
Wat is dat nu, fantoompijn? Fantoompijn is pijn aan een niet meer aanwezig, meestal geamputeerd lichaamsdeel. Veel mensen die een amputatie achter de rug hebben, hebben na de operatie het gevoel alsof het lichaamsdeel dat geamputeerd is, er nog is. Zo’n 80% van de geamputeerden heeft in de periode direct na de operatie zelfs pijn aan het geamputeerde lichaamsdeel. Meestal vermindert dat na een jaar, maar ongeveer 10 % van hen blijft langdurig en soms het hele verdere leven last houden van fantoompijn. Bij meneer Waals duurde de fantoompijn twee jaar. De pijn was zo intens en allesbepalend dat meneer Waals zeer slecht ging slapen, zeer slecht ging eten en dat hij arbeidsongeschikt werd. Dat laatste vond hij het ergste. Hij was met hart en ziel directeur van een grote onderwijsinstelling in het westen van het land. Een school waar volgens hem: “nog goed onderwijs gegeven werd”.
Meneer Waals raakte door de hevige fantoompijn in een depressie. Hij had nergens meer zin in en beleefde nergens meer plezier aan. Op wonderlijke wijze verdween de fantoompijn na twee jaar. Iedereen was opgelucht. Maar dat was te vroeg gejuicht. Binnen twee weken kwam de pijn terug, nu aan het andere been. Er volgden tal van onderzoeken aan dat been maar er werd geen aanwijsbare oorzaak gevonden. Helaas was er ook geen oplossing voor zijn fantoompijn.
Via een kennis hoorde mevrouw Waals dat acupunctuur een sterke pijnstillende werking zou hebben en ook op ander manieren op de hersenen zou werken. Acupunctuur zou bij onverklaarbare, lastig te behandelen pijnen, nogal eens een oplossing bieden. Ze probeerde haar man ertoe aan te zetten om eens acupunctuur te proberen: ‘Na veel aandringen, kreeg ik hem eindelijk zover. Met als argument: baat het niet, het schaadt ook niet, ‘ vertelde mevrouw Waals me veel later eens een keer. Zo kwam hij een jaar geleden bij mij binnen: gebukt onder pijn en depressie en zonder enige verwachting.
Het viel hem wel mee dat de behandeling geen pijn deed en aangenaam, rustgevend was. Tijdens die eerste behandeling viel hij dan ook in slaap. Na twee maanden intensief behandelen, werden de tussenpozen tussen de pijnen steeds groter. Meneer Waals begon tegelijkertijd het leven weer leuker te vinden. Nog een maand of drie later waren de pijnen helemaal verdwenen. Op dit moment is hij al een half jaar pijnvrij. Hij werkt weer en coacht zowel het voetbalelftal van zijn ene als het tennisteam van zijn andere zoon.