Heel soms heb ik moeite met een beslissing van een patiënt. Zoals met die van meneer Teeuwen (gefingeerde naam). Meneer Teeuwen is momenteel 47 jaar oud. Van beroep is hij natuurwetenschapper. Hij is geboren en getogen in een streng orthodoxe, protestantse gemeenschap ergens op de Zuid-Hollandse eilanden. Meneer Teeuwen heeft een zoon van inmiddels 15 jaar. We zullen hem hier Dirk noemen. Dirk heeft astma.
Dirk's ouders wilden niet dat hij als baby en peuter de gebruikelijke vaccinaties kreeg. Vanwege hun geloofsovertuiging en omdat ze van mening waren dat de natuur zijn werk in de mens dient te doen. Dat de natuur er bij de mens voor zorgt dat de weerstand optimaal wordt en blijft. Een kunstmatige ingreep als een vaccinatie zou tegen de natuur ingaan en uiteindelijk zelfs averechts kunnen werken. Ze weigerden ook de griepprik, die Dirk kreeg aangeboden omdat hij als astma-patiëntje in een risicogroep viel. Een kind als Dirk heeft bij griep eerder kans op ernstige complicaties zoals een longontsteking.
Ik herinner me nog als de dag van gisteren het eerste gesprek van tien jaar geleden met meneer Teeuwen. Hij vertelde dat hij onlangs verhuisd was naar het Brabantse zuiden vanwege een nieuwe werkkring. Vlak na die verhuizing had hij problemen gekregen met zijn nieuwe werkgever vanwege zijn standpunten. Deze werkgever bood de medewerkers jaarlijks een gratis griepprik aan. Zoals gebruikelijk stond dit aanbod ook op het mededelingenbord. Vervolgens plaatste meneer Teeuwen een “tegen-”brief op dat bord. Hij wees erop dat de wetenschap niet altijd even goed kon voorspellen welke virussen dat jaar de kop op zouden steken. Dat vaccinatie daarom schijnzekerheid bood. En dat mensen daardoor maatregelen die hun weerstand echt zouden verhogen, niet zouden nemen. Hij schreef erbij dat een goede vriend het jaar daarvoor toch een ernstige vorm van griep had gekregen. Terwijl hij de jaarlijkse griepprik wel had gehad. Verder schreef hij dat zijn 5-jarige zoon Dirk die aan astma leed, nog nooit griep had gehad. Volgens meneer Teeuwen dankzij acupunctuur.
De baas van meneer Teeuwen vond dat hij ernstig in verlegenheid gebracht was door de manier waarop meneer Teeuwen lucht aan zijn overtuigingen had gegeven. Hij kreeg een officiële waarschuwing.
Meneer Teeuwen's verzoek om hem en zijn zoon met acupunctuur tegen griep te behandelen, bracht ook mij in een lastig parket. Ik had me altijd op het standpunt gesteld dat ik alleen mensen tegen het krijgen van griep wilde behandelen, als ze om medische redenen geen griepprik mochten krijgen. Zoals vrouwen in de eerste drie maanden van hun zwangerschap, babies tot 6 maanden en mensen met een allergie voor kippeneieren.
Maar ik kreeg wel in de gaten hij zijn zoon of zichzelf toch nooit zou laten vaccineren. Ook al zei ik twintig keer dat Dirk in een risicogroep viel met zijn astma. En dat bij een griep met complicaties Dirk wel eens heel ernstig ziek zou kunnen worden. En dat vaccineren daarom toch wel heel erg raadzaam was. En dat hij daarnaast altijd nog de natuurlijke weerstand kon verhogen met acupunctuur.
Meneer Teeuwen bleef echter onvermurwbaar. Ik realiseerde me dat niet vaccineren en geen acupunctuur voor Dirk veel meer risico's met zich mee zou brengen, dan niet vaccineren en wel acupunctuur. Daarom besloot ik toch te gaan behandelen. Nu komen ze al tien jaar aan het einde van de zomer en het begin van de herfst voor een aantal behandelingen tegen griep. Beiden hebben al die tijd nooit griep gehad. Daarnaast behandel ik Dirk het hele jaar door om de twee tot drie weken tegen zijn astma. De astma-aanvallen zijn veel minder heftig geworden en treden veel minder vaak op.
Onlangs hadden we weer ons jaarlijkse, inmiddels bijna rituele, gesprek, waarin ik meneer Teeuwen telkens wijs op de wenselijkheid van een griepprik. Ik vertel hem dan ook dat een griepprik en acupunctuur elkaar niet bijten, maar juist aanvullen. Meneer Teeuwen was weer niet te overtuigen. Hij sloot ons gesprek af met een triomfantelijk: “ik eet mijn vinger op als mijn zoon nog eens griep krijgt”. En ik? Ik hoop maar dat er nooit “vinger” op het menu komt te staan.