CVA is de afkorting van cerebrovasculair accident: een ongeluk (accident) in de bloedvaten (vasculair) van de hersenen (cerebro). We noemen een CVA ook wel een beroerte.
Elke dag krijgen in Nederland tussen de 80 en 90 mensen een beroerte. Van deze mensen sterft helaas ongeveer een derde. CVA is de vierde doodsoorzaak in Nederland en de belangrijkste oorzaak van invaliditeit.
Bij een beroerte is de bloedtoevoer in de hersenen plotseling verstoord. Dit kan op twee manieren gebeuren:
- Door afsluiting van een bloedvat in de hersenen. Dan is er sprake van een herseninfarct;
- Door een scheurtje in een bloedvat in de hersenen, zodat er een hersenbloeding ontstaat.
Ongeveer 80% van de patiënten met een beroerte heeft een herseninfarct. Het herseninfarct komt vooral voor bij ouderen. Afsluiting van een ader is vaak een gevolg van aderverkalking, ook wel atherosclerose genoemd. Op de aderwand heeft zich in de loop van een mensenleven vet (cholesterol) en kalk afgezet. Hierdoor krijgt de wand van het bloedvat een onregelmatig oppervlak. Op een dergelijke plek ontstaan makkelijk bloedstolsels. We noemen zo'n stolsel een trombose. Een trombose kan zich uitbreiden en de volledige afsluiting van een bloedvat veroorzaken. Ook kunnen er propjes van de trombose-massa losraken. Zo'n propje hoeft overigens niet per se in de hersenen te ontstaan. Het kan bijvoorbeeld vanuit een slagader in de hals of vanuit het hart met de bloedstroom meeschieten. En vervolgens in een kleinere slagader in de hersenen vastlopen. Dit noemen we embolie.
Bij zo'n 20% van de patiënten met een beroerte is de oorzaak een hersenbloeding. De bloeding ontstaat op een aangeboren zwakke plek in de slagader, of door aderverkalking in combinatie met een te hoge bloeddruk. Hersenbloedingen komen relatief vaker voor bij jongere mensen.
De kans op een beroerte kunt u sterk verkleinen door niet te roken en door op uw bloeddruk te letten. En door te bewegen, door gezond te eten en door erop te letten dat u niet te zwaar wordt.
Wanneer iemand een afsluiting van een hersenbloedvat heeft die tijdelijk bleek te zijn, spreken we van een TIA (transient ischaemic attack) . Dit is een doorbloedingsstoornis in de hersenen die meestal binnen tien tot twintig minuten vanzelf weer overgaat. Na uiterlijk 24 uur zijn de verschijnselen verdwenen en is alles weer normaal. Neemt u bij zo'n TIA altijd direct contact op met uw huisarts, want het kàn een voorteken zijn van een beroerte.
Bij een beroerte is meestal opname in een ziekenhuis noodzakelijk. De behandeling vindt bij voorkeur plaats in een 'stroke unit', een speciale ziekenhuisafdeling voor mensen met een beroerte. Behalve de neuroloog zijn diverse andere hulpverleners betrokken bij de behandeling, zoals fysiotherapeuten, ergotherapeuten en logopedisten.
Sinds kort is in veel ziekenhuizen 'trombolyse' mogelijk. Dit is een infuusbehandeling met sterk bloedverdunnende middelen. Deze moet binnen drie uur na de beroerte starten. Het is dus belangrijk dat patiënten met een beroerte snel naar het ziekenhuis worden gebracht. Deze behandeling is overigens niet bij alle beroertes mogelijk. Als het om een hersenbloeding gaat moeten patiënten uiteraard juist geen bloedverdunners krijgen.
Een beroerte heeft vaak blijvende gevolgen. Welke verschijnselen dat zijn, hangt af van de plaats en de ernst van de hersenbeschadiging. De meest bekende en opvallende restverschijnselen zijn verlammingen en spraakstoornissen. Meestal herstellen de verschijnselen die direct na de beroerte optreden zich enigszins, maar voor een deel blijven ze bestaan. Dit spontane herstel gebeurt vooral in de eerste zes maanden.
In China houden patiënten na een beroerte vaak minder restverschijnselen over. Meestal zijn de restverschijnselen ook minder ernstig. Hoe dat kan? Na de acute, levensbedreigende fase laat een Chinese patiënt zich doorgaans in een acupunctuurkliniek behandelen. In China bestaan duizenden van dergelijke klinieken. De helft van de patiënten daar zijn mensen die recent een beroerte gehad hebben.
Het is jammer dat er in Nederland nog zo weinig bekendheid is over de heilzame werking van met name neuroacupunctuur en elektroacupunctuur op de restverschijnselen na een beroerte. Maar ook wel weer begrijpelijk. Wetenschappelijk onderzoek op dit terrein van de acupunctuur is vooral in China en Japan gebeurd. En door de taalbarrière zijn die onderzoeksgegevens voor ons nu eenmaal minder goed toegankelijk.
Vooral het feit dat verlammingsverschijnselen en afasie (woordvindingsstoornis) kunnen verminderen, baart in onze, Westerse, ogen opzien. Hier geldt wel: hoe sneller de behandeling na de beroerte start, hoe groter de kans op herstel. Uit Chinees onderzoek bleek verder, dat hoe ernstiger een verlamming is, hoe minder effect acupunctuur heeft. Verder is het van te voren in een individueel geval lastig om te voorspellen hoeveel effect acupunctuur zal gaan hebben. Er zijn uit de Chinese en Japanse literatuur namelijk ook patiënten bekend, die een of twee jaar na de beroerte pas neuroacupunctuur kregen. En die er toch baat bij hadden.
De onderzoeken bevelen aan om minimaal twee keer per week te behandelen, liefst zo snel mogelijk na de levensbedreigende fase. Veel van mijn patiënten met een beroerte komen zelfs driemaal per week. Net zoals in de wetenschappelijke literatuur zijn de resultaten die ik zie bemoedigend.