U kent in uw omgeving vast wel iemand met botontkalking, oftewel osteoporose. Dan ziet u waarschijnlijk ook hoeveel negatieve invloed deze aandoening op het leven van die persoon heeft. In mijn vorige columns vertelde ik u over het Wereldcongres voor Acupunctuur in Barcelona dat ik begin juni bezocht. Ik sprak daar met enkele collega’s, waaronder verschillende professoren. Een van de ziekten die ons sterk bezig houdt, is botontkalking. Waarom? Omdat botontkalking een “stille” epidemie is.
Wat is botontkalking nu eigenlijk? Bij botontkalking worden je botten zo zwak, zo poreus, dat je zomaar iets kunt breken. Als je botontkalking hebt, kun je al door een klein ongelukje een pols of heup breken. Of je stapt op een wat ongelukkige manier van een stoep of je tilt een tas met boodschappen. Daardoor kun je dan zomaar ineens een ruggenwervel breken. Of een van je ruggenwervels zakt zomaar in. Daardoor wordt je rug krommer waardoor je enkele centimeters in lichaamslengte krimpt. Dat op zich is al vervelend, maar het doet ook nog eens vreselijk veel pijn. Want je longen, je maag, je blaas en je darmen komen in het gedrang. Door de pijn die dat veroorzaakt, kun je de normale, dagelijkse en huishoudelijke dingen vaak minder makkelijk of niet meer doen.
De breuken die het meest voorkomen bij mensen met botontkalking, zijn pols-, heup- en wervelbreuken. Wetenschappers schatten dat ruim 800.000 mensen in Nederland lijden aan botontkalking. 80% van de mensen weet zelf niet dat zij eraan lijden. Botontkalking komt bij 1 op de 3 vrouwen en bij 1 op de 8 mannen voor. Ruim 83.000 mensen van boven de 55 jaar breken jaarlijks een bot doordat zij aan botontkalking lijden. Echter niet alleen oudere mensen kunnen last krijgen van botontkalking. Botontkalking komt ook voor bij jongere mensen. Helaas hebben wetenschappers nog niet de juiste cijfers. Het aantal jongere mensen met botontkalking is onbekend.
De invloed van botontkalking op de kwaliteit van leven is heel groot. Als je botontkalking hebt, kun je je vaak niet meer goed bewegen. Activiteiten als lopen, fietsen, maar ook zitten en liggen, worden dan erg pijnlijk. Slapen wordt soms ook een probleem, want bij de minste of geringste beweging, ben je wakker van de pijn. De bewegingsvrijheid en de mate van zelfstandigheid van iemand met botontkalking wordt dan ook vaak fors minder. Dit leidt dan weer tot sociaal isolement, angst voor de toekomst en verlies van zelfvertrouwen. De ziektelast van iemand met botontkalking vergelijken we wel met ziekten als dikke-darmkanker, borstkanker en hartfalen! Dan kunt u wel nagaan hoe ingrijpend botontkalking is.
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat we botontkalking kunnen voorkomen. En als je al last hebt van botontkalking, kun je maatregelen nemen om verdere verzwakking van je botten te voorkomen. We raden aan om rond je 50-ste vast te laten stellen of je het risico loopt botontkalking te krijgen. Neem hiervoor contact op met je huisarts zodat je samen een programma kunt opstellen om te voorkomen dat je het krijgt. Dat is belangrijk want botontkalking genezen, dat kunnen wij medici op dit moment helaas nog niet. Het versnelde verlies van botmassa bij vrouwen na de overgang, kan eigenlijk alleen gestopt worden door het gebruik van anti-botontkalking medicijnen. Naar de juiste manier om botontkalking bij mannen te voorkomen en te behandelen doen wetenschappers veel onderzoek. Maar zij hebben nog geen echt effectieve therapie ontdekt.
Als je lijdt aan botontkalking heeft je behandeling drie doelstellingen: verder botverlies tegengaan, botbreuken voorkomen en (vaak) pijnbestrijding. Bij het bestrijden van pijn kan acupunctuur een grote rol spelen. Het is inmiddels namelijk wetenschappelijk aangetoond dat acupunctuur ons lichaam stimuleert om lichaamseigen pijnstillers aan te maken, zoals endorfinen. Door bepaalde punten op het lichaam te stimuleren, kan een arts-acupuncturist de pijnen vaak sterk laten verminderen. Na een aantal behandelingen zijn veel patiënten zelfs pijnvrij. Uiteraard is dit effect niet jaren lang blijvend, omdat de oorzaak van de pijn, bijvoorbeeld de ingezakte wervel, niet wordt opgeheven. Daarom komen patiënten vaak een paar keer per jaar terug voor enkele “onderhoudsbehandelingen”.