Ziekten aan de luchtwegen bevinden zich wereldwijd in de top tien van doodsoorzaken. En wetenschappers verwachten in de nabije toekomst een verdere stijging van het aantal doden door deze ziekten. Verschillende risicofactoren beïnvloeden de stijging van luchtwegaandoeningen. Het roken van sigaretten is de belangrijkste. Want sigaret roken is verantwoordelijk voor meer dan 80% van de gevallen van COPD en longkanker.
COPD is de afkorting van Chronic Obstructive Pulmonary Disease. We kunnen dat vertalen als: een longziekte (pulmonary disease) die niet zal overgaan en dus chronisch is. (Chronic). Een longziekte waarbij er belemmeringen voor de ademhaling zijn. (Obstructive). Patiënten die aan COPD lijden hebben dus problemen met de ademhaling. Zij hebben het vaak benauwd, ze hoesten veel en ze geven regelmatig slijm op. Doordat hun longen beschadigd zijn. In 80 tot 90 % heeft roken die beschadiging veroorzaakt. Ook neemt de spierkracht van COPD- patiënten af. Vaak vooral die in de benen.
Onder COPD verstaan we eigenlijk twee aandoeningen: chronische bronchitis en longemfyseem. Deze aandoeningen lijken sterk op elkaar en gaan vaak samen. Vroeger werd de term cara gebruikt. Daar viel astma ook onder. Astma is onder de noemer van de andere twee ziekten weggehaald, omdat er een groot verschil is. Bij astma kunnen de klachten verdwijnen of verminderen. Al of niet door behandeling of met medicijnen. De klachten die COPD met zich meebrengt, zijn altijd aanwezig. Want bij COPD kan de schade aan de longen nooit meer hersteld worden. Wel kan de schade beperkt worden. Stoppen met roken is hierbij het allerbelangrijkst. Het blijkt dat stoppen met roken verdere achteruitgang sterk vertraagt. Verder kan een patiënt veel doen om zo min mogelijk last te hebben van de klachten. Dat kan met medicijnen, met behulp van acupunctuur en door het verbeteren van de conditie.
Van longkanker weet iedereen inmiddels wel hoe ernstig de ziekte is. Longkanker is verantwoordelijk voor 20% van alle kankerdoden in Europa. Bij mannen is longkanker de grootste kankerdoder van alle vormen van kanker. Bij vrouwen komt het op de derde plaats, na borstkanker. Hoewel deze cijfers variëren. In Engeland is het aantal vrouwen dat sterft door longkanker nu hoger dan het aantal door borstkanker.
In Nederland zijn er elk jaar ongeveer 8800 nieuwe gevallen van longkanker, 6400 bij mannen en 2400 bij vrouwen. Ondanks de vooruitgang in behandeling, blijft de kans op overleving slecht. Dat komt onder andere door de vaak te late ontdekking van tumoren. Het is voor de medische wetenschap een uitdaging om tumoren veel vroeger op te sporen.
De opvatting dat COPD een ziekte is van de oudere man moeten we steeds meer verlaten. Steeds vaker zien we op ons spreekuur jonge vrouwen met een ernstig COPD. Overigens geldt dit ook voor longkanker. Dit komt door de inhaalslag die vrouwen hebben gehad op het gebied van roken. In Nederland steeg het percentage rokende vrouwen van 29% tot 40% in de jaren zeventig. Om daarna weer af te nemen naar rond de 30% eind jaren tachtig. Mogelijk zijn vrouwen ook gevoeliger voor de gevolgen van het roken.
Mensen wijten hun longklachten nogal eens aan het ouder worden. Vaak ten onrechte. Eigenlijk zouden we bij iedere roker met klachten een longfunctieonderzoek moeten doen. Dan zouden we in een eerder stadium de diagnose COPD kunnen stellen. En zo wellicht de voortschrijding van de ziekte kunnen stoppen door mensen te motiveren om met roken te stoppen.
Acupunctuur kan een sterke ondersteuning zijn bij het stoppen met roken. Acupunctuur kan de ontwenningsverschijnselen verminderen. De ontwenningsverschijnselen treden vaak niet eens op door acupunctuurbehandelingen. Verder werkt acupunctuur op de verslaving zelf. Doordat de arts-acupuncturist bepaalde, zogenaamde verslavings-acupunctuurpunten stimuleert, neemt de drang tot roken sterk af. Deze is zelfs vaak na een behandeling of vier, vijf geheel verdwenen. Sommige patiënten komen wel regelmatig terug voor “onderhoudsbehandelingen”.
Patiënten met COPD reageren ook heel goed op acupunctuurbehandelingen. Zij krijgen meer energie en voelen zij zich fitter. Daardoor valt het hen gemakkelijker weer dingen te ondernemen of aan hun conditie en spierkracht te werken. Het bijzondere is verder dat deze mensen vaak ook de indruk hebben dat ze door de behandelingen ”meer lucht krijgen”.